Rondom het kalven: de 100 belangrijke dagen!

De tijd rondom het kalven markeert een beslissende fase in het leven van een koe en blijft nog steeds een grote uitdaging op melkveebedrijven. De laatste 40 dagen voor en de eerste 60 dagen na het kalven bepalen in grote mate zowel het financiële resultaat van bedrijven als de gemiddelde levensduur van onze koeien. Door een goede observatie van de dieren alsmede een goed koppel- en voedingsmanagement kan het aantal klinische en subklinische aandoeningen drastisch verminderd worden.

Jacques Bernard, Christine Massfeller

Iedereen die met melkkoeien heeft gewerkt, kent de risico’s en gevaren rondom het kalven maar al te goed. Melkziekte, baarmoederontsteking, mastitis, slepende melkziekte en pensverzuring. Het moeilijke is daarbij dat een aandoening zelden alleen opduikt, maar in veel gevallen de basis vormt voor de volgende aandoening. Verschillende studies gaan ervan uit dat 40-70% van alle Holsteins te maken hebben met klinische en subklinische aandoeningen rondom de geboorte. Vooral het aantal subklinische aandoeningen zorgt voor een donker cijfer, want in tegenstelling tot klinische aandoeningen zijn ze niet meetbaar en worden daardoor ook niet behandeld. Volgens experts moet per klinisch geval uitgegaan worden van vijf tot tien subklinische gevallen. Daarom is preventie goud waard.

GEZONDE DIEREN

Er zijn daadwerkelijk bedrijven waarop de genoemde problemen een zeldzaamheid geworden zijn. Zij hebben geleerd dat het beduidend duurder en tijd consumerend is om met zieke dieren te werken dan om slimme concepten op het gebied van koppel- en voedingsmanagement consequent uit te voeren. Wat deze bedrijven vaak onderscheidt van de brede massa, is dat de basisopgaves nagenoeg perfect uitgevoerd worden, voordat naar complexere oplossingen wordt gezocht. Dat begint bij het droogzetten, via in- en omstallen, tot het voeren van precieze rantsoenen met hoogwaardige, hygiënische voedercomponenten. Met gezonde dieren is het beter en rendabeler werken, want naast hogere producties bereiken deze dieren ook een langere levensduur. Dat is een aspect dat vooral bij consumenten steeds verder op de voorgrond treedt, net als de inzet van medicatie, antibiotica voorop. Daarom hebben talloze ondernemingen wereldwijd al jarenlang praktijkrijpe concepten en producten ontwikkeld, om zowel voor als na het kalven de diergezondheid te maximaliseren en ziektes te voorkomen.

BASICS

‘Drogestofopname, drogestofopname, drogestofopname!‘ Dat is de gouden regel van Dr. Arnout Dekker, die hij tijdens ons gesprek meerdere keren herhaalt. Dekker is afgestudeerd als dierenarts en is voedingsexpert voor de firma Phibro – Animal Health Corporation. ‘Zeker, het is belangrijk om de juiste rantsoenen op het juiste tijdstip te voeren, maar het is bijna nog belangrijker dat de drogestofopname op elk moment op maximaal niveau is. Voor en na het kalven, want een koe die veel vreet, is gezond en kan produceren,‘ vervolgt Dekker. In de praktijk krijgt de basis vaak te weinig aandacht, waardoor zowel de diergezondheid als de productie achterblijven. Een algemeen thema is bijvoorbeeld de wateropname. Op veel bedrijven wordt die extreem geremd, hetzij door gebreken aan de drinkbakken, een lage waterdoorstroming of fouten bij de hygiëne. Daarbij is water niet alleen het belangrijkste, maar ook het voordeligste voedermiddel. Een ander praktijkvoorbeeld is, dat op veel bedrijven drie weken voor het kalven nog teveel dierwisselingen binnen de groepen plaatsvinden, terwijl elke groeps- of locatiewisseling altijd voeropname en daardoor ook geld kost. Koeien houden van routine en wie inzoomt op de topbedrijven, zal altijd constateren dat daar zo weinig mogelijk veranderingen zijn en waar ze er wel zijn, ze die zo rustig mogelijk te laten verlopen, zowel bij groepswisselingen als bij rantsoenswisselingen.

NAAR BEHOEFTE

Bij Phibro is men er al jarenlang van overtuigd dat de close-up-groep ingesteld moet worden op een DCAB (Dietary Cation-Anion Balance) tussen -150 en -180 meq/kg ds, wat volgens de laatste stand der wetenschap de effectiefste methode is om melkziekte te voorkomen. Daarbij is het belangrijk om de pH-waarde in de urine van de dieren te controleren (doel 5,5-6,0). Om het rantsoen aan te zuren wordt het smakelijke, anionische mineralencomplement AniStart® gebruikt, om de calciumstofwisseling drie weken voor het afkalven te optimaliseren (meer over de calciumstofwisseling in HI 12/2020 en 06/2022). Om dat te bereiken moet vanwege de hoge kaliumgehalten ook afgezien worden van graskuil in de close-up-fase of slechts minimaal gevoerd worden. Als goed geschikte componenten voor een rantsoen naar behoefte noemt Dekker stro, snijmais, bierbostel en eiwitconcentraat, bijvoorbeeld 50% raapschroot (bevat belangrijke aminozuren als methionine) en 50% soja. Om het immuunsysteem van de koe te ondersteunen, gebruikt hij in zijn rantsoenen bovendien het product OmniGen-AF. Dat kan ook optimaal gebruikt worden in rantsoenen voor vers gekalfde dieren of in het complete rantsoen voor de melkgevende koeien, bijvoorbeeld bij hittestress.

VOERKWALITEIT

Lallemand Animal Nutrition is gespecialiseerd in microbiële oplossingen voor diverse vakgebieden, zowel binnen als buiten de landbouw. Van Magniva inkuilmiddelen, die ervoor zorgen dat een breed scala aan ruwvoeders wordt gefermenteerd tot kwaliteitskuilvoer, tot voeding, stalhygiëne en het verbeteren van de mest: Lallemand Animal Nutrition biedt zijn klanten een breed scala aan producten. ‘Of het nu gaat om het droge koeienrantsoen of het melkkoeienrantsoen, het belangrijkste aspect is altijd de kwaliteit en hygiëne van het kuilvoer’, legt dr. Frank Kuechenmeister uit. Frank maakt deel uit van het technische silageteam van Lallemand Animal Nutrition en wil zijn expertise en die van het bedrijf graag delen met distributeurs en veehouders. ‘Onze belangrijkste missie is het verduidelijken en uitleggen van het inkuilproces, omdat het onderwerp vaak onvoldoende aandacht voor detail heeft, wat resulteert in slecht kuilvoer’, zegt Frank. Zijn voornaamste doel is het oogsten van kwalitatief hoogwaardig en schoon kuilvoer, dat vrij is van clostridia, gist en schimmels. Om zulk kuilvoer te produceren moeten de basiszaken als maaihoogte, verdichting door goed aanrijden op de kuil en afdekken goed uitgevoerd worden. Als deze stappen goed worden uitgevoerd kan met behulp van het assortiment Magniva inkuilmiddelen van goed kuilvoer een kwaliteitskuilvoer worden gemaakt. Naast een betere verteerbaarheid en een lagere inkuilverliezen helpt het Magniva Platinum-assortiment ook de opwarming en bederf te verminderen en voorkomt het de groei van gifstoffen nadat de silo is geopend, waardoor er schoner en smakelijker kuilvoer beschikbaar is voor de koeien.

TRANSITIE

Om de maximale voerefficiëntie uit kuilvoer van hoge kwaliteit te halen, heeft Lallemand een preparaat van levende gist ontwikkeld, genaamd Levucell SC. Dit dient om de microbiële groei in de pens te bevorderen, waardoor de vezelvertering toeneemt. Bovendien is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat het de pH-waarde in de pens verhoogt en daarmee de kans op pensverzuring verkleint. ‚Dit is vooral belangrijk om te volgen aan het begin van de lactatie, wanneer de koe overschakelt van een vezelrijk transitie-rantsoen met weinig zetmeel naar een lactatie-rantsoen met minder vezels en meer zetmeel‘, legt Marie-Valentine Glica, marketingmanager van de herkauwer divisie, uit. Daarom is de aanbeveling van Lallemand om de levende gist op te nemen in het transitie-rantsoen om de verandering in het rantsoen te vergemakkelijken. Om het welzijn van de verse koeien verder te optimaliseren, gebruiken veel klanten antioxidanten die in het verse koeienrantsoen worden gemengd of, indien van toepassing, via de melkrobot worden gevoerd. Voor bijzondere uitdagingen, zoals problemen met het celgetal, kunnen ze ook voor de hele koppel worden gebruikt. De voersupplementen worden niet rechtstreeks aan veehouders verkocht. Lallemand werkt samen met mengvoerbedrijven en mineraalvoerleveranciers die op verzoek van de klant de preparaten aan de individuele voer- en mineralenmengsels toevoegen.

ENERGIE

Ter aanvulling van voeding naar behoefte biedt de firma Techna Natual SAS verschillende bolussen aan op basis van alternatieve, natuurlijke producten. Het is daarbij een doel om vooral een energietekort in de opstartfase te compenseren, om zodoende het risico op stofwisselingsziektes te verminderen.

Met de bolus Acetobol wordt de ontlasting van de lever ondersteund, zodat de koe zelf meer glucose kan genereren, wat uiteindelijk tot een hogere piekproductie leidt. De hogere melkproductie is de makkelijkst vast te stellen economische factor. In werkelijkheid is echter de belangrijkste winst de algemene verbetering van de gezondheid van de dieren. Acetobol kan als energiebolus ongeveer een week voor tot vier dagen na het afkalven ingebracht worden. In talrijke onderzoeken op verschillende bedrijven kon een vermindering van 50% van het aantal gevallen met slepende melkziekte (bewezen door middel van BHB-metingen in het bloed) vastgesteld worden. Daar kwam nog een productiestijging van de dag van de geboorte tot de 42e lactatiedag van meer dan 1,5 kg per koe per dag bij. Om dit effect langer te benutten, geven de bedrijven tussen de 30e en 40e dag van de lactatie nog een Acetobol in. Minder slepende melkziekte betekent een zichtbaar, stabielere lichaamsconditie, wat weer een voordeel is voor een goede vruchtbaarheid.

‘Drogestofopname, drogestofopname, drogestofopname! Dat is de gulden regel!‘

REPRODUCTIE

Want na het afkalven is zoals bekend voor het afkalven. Daarvoor biedt Techna Natual SAS een product aan met langjarige ervaring, de Metrabol. Daarbij gaat het om een bolus, die de fysiologische functies ondersteund. ‘Het sleutelorgaan daarvoor is de baarmoeder en het kleiner worden na het afkalven daarvan. Dat proces moet niet verstoord worden door vaginale onderzoeken,‘ zegt Gaspard Valdenaire, Export Sales Manager bij Techna Natual SAS. ‘Ons hoofddoel is om ongeveer 30 dagen na het afkalven de cyclus weer hersteld te hebben. Onderzoeken hebben aangetoond dat we dat doel met Metrabol bij 80% van de dieren halen. De kosten voor slechte reproductieresultaten belopen ongeveer €80 per cyclus,‘ aldus Valdenaire verder. De bolus moet onmiddellijk na afkalven ingebracht worden, zodat het dier zo goed mogelijk kan profiteren van de werking. Als resultaat is een vroegere en betere tochtdetectie alsmede verbeterde bevruchtingsresultaten en daardoor een kortere tussenkalftijd te verwachten.

PROCESVERLOPEN

BoviSync is een innovatief platform, dat erop is gericht om de arbeidsprocessen op melkveebedrijven te optimaliseren en tegelijkertijd waardevolle data te verzamelen en te analyseren. Het vastleggen van gegevens gebeurt via een app, die direct bij het werk rond de dieren wordt gebruikt. Aanvullend kan een veelvoud aan actuele informatie over het dier worden opgeroepen. Daardoor worden onnodige werkroutes naar het kantoor vermeden en worden diergegevens op een centrale plaats gedocumenteerd, waardoor de efficiëntie in de bedrijven stijgt. ‘Een ander behulpzaam aspect is de standaardisering van bedrijfsspecifieke proces verlopen. Daardoor wordt werk dat gedaan moet worden door elke persoon op dezelfde wijze uitgevoerd en wordt elke koe naar behoefte gelijk behandeld,‘ vertelt Dr. Vanda Santos, dierenarts en International Account Manager bij BoviSync. Afhankelijk van hoe een bedrijf zijn processen heeft gedefinieerd en uitgerold, zal de app ongeveer drie tot vier weken voor de geboorte een melding geven dat een koe naar de afkalfstal moet of signaleren, wanneer welke dieren geënt moeten worden. Naast de voorziene aanwijzingen kunnen ook metingen zoals de pH-waarde in de urine voor de betreffende koeien gedocumenteerd worden, om bij later optredende problemen, betere conclusies te kunnen trekken.

MONITORING

Wanneer de koe vervolgens heeft gekalfd, worden nieuwe arbeidsprotocollen voor het dier vrij geschakeld, bijvoorbeeld een eerste verzorging direct na de geboorte of in de dagen erna een controle voor de verse koeien. ‘Voor diverse optredende problemen bij de controle van de verse koeien, zoals metritis of stofwisselingsziektes, kunnen de bedrijven individuele behandelingshandleidingen vastleggen, zodat meteen gereageerd kan worden en het genezingsproces snel begint,‘ vult Santos aan. Maar niet alleen de standaardisering van processen verbetert de efficiëntie op de bedrijven, want een slim monitoring systeem analyseert de gegevens en geeft uitkomst over een veelheid aan gebeurtenissen, die op de bedrijven voorkomen. Onderzoek naar het voorkomen van bepaalde ziektes of afvoer in de fase van afkalven tot lactatiepiek, maken het de bedrijven mogelijk om hun doelen te controleren en te optimaliseren. Elke informatie, hoe klein ook, kan onderdeel zijn van het duurzaam verbeteren van de gezondheid en de productie van de dieren en daarmee ook het economische resultaat.

‘Ons hoofddoel is om ongeveer 30 dagen na het afkalven de cyclus weer hersteld te hebben.’

Metrabol: De natuurlijke referentie voor voortplanting!
Kalveropfok: ‘Zoek een concept dat bij het bedrijf past!‘
Klauwgezondheid verdient meer aandacht